Softbal is een sport, verwant aan het honkbal.
Op het eind van de 19e eeuw sprak men voor het eerst over softball, ergens in de Verenigde Staten. Er werd toen in sporthallen gegooid en geslagen op een soort bal die bestond uit een samengepropt geheel van stof.
Dit heeft niets meer te maken met de sport softbal zoals we die nu kennen. Softbal lijkt veel op honkbal (Engels: baseball) maar heeft een aantal afwijkende voorschriften. Zo is het aangooien (pitching) bij softbal onderhands, is het veld kleiner en de bal iets groter. Het principe bij beide sporten is hetzelfde: er moet zo veel mogelijk punten gescoord worden (lopen via het eerste, tweede, derde honk en de thuisplaat) en er moet worden getracht te verhinderen dat de tegenpartij punten scoort. Een softbalwedstrijd duurt gemiddeld minder lang dan een honkbalwedstrijd, gemiddeld namelijk zo’n 1,5 uur, dit heeft onder andere te maken met het aantal innings (7 in plaats van 9) en de snelheid van handelen op een kleiner veld. In de hogere klassen (in Nederland) worden “dubbels” gespeeld, dus 2 wedstrijden achter elkaar. In Amerika wordt de recreatieve variant slowpitch genoemd en de competitieve fastpitch.
Softbal is een technische en tactische sport. Softbal wordt zowel door vrouwen als door mannen gespeeld, elk in hun eigen competitie.